Onze Dieren
Serval
De serval is een middelgrote katachtige met zeer lange poten (relatief de langste poten van alle katachtigen), een kort staartje, lange nek en een kleine kop met grote, afgeronde oren en een korte snuit. De vacht is geelbruin van kleur, met een onregelmatige tekening van zwarte strepen en vlekken. De onderzijde is vuilwit van kleur. De korte staart is afwisselend zwart en geelbruin geringd. De achterzijde van de oren zijn zwart, met een duidelijke witte vlek in het midden.
Hij heeft een kop-romplengte van 67 tot 100 centimeter. De staart is 24 tot 35 centimeter. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Mannetjes wegen 10 tot 18 kilogram (gemiddeld 13 kilogram), vrouwtjes wegen 6 tot 12,5 kilogram (gemiddeld 11 kilogram).
De serval leeft voornamelijk in savannes en open graslanden, maar ook in open bossen, langs de bosrand, in bergheidegebieden en in rietvelden rond moerassen Hij leeft voornamelijk in gebieden met hoger gras. Hij komt voor in het grootste deel van Afrika ten zuiden van de Sahara (met uitzondering van de dichte regenwouden en zeer droge woestijnen) en in Noordwest-Afrika.
Zijn dieet bestaat uit kleine zoogdieren zoals muizen, vissen, kikkers en vruchten en ook jonge antilopen worden soms bejaagd..
Na een draagtijd van 67 tot 77 dagen worden één tot vier kittens geboren in een schuilplaats tussen het lange gras, in dicht struikgewas of in een holte tussen rotsen. De kittens zijn bij de geboorte blind en hulpeloos en hebben vrij kleine oren. Moeder versleept haar jongen regelmatig naar nieuwe schuilplaatsen. Na vier tot vijf weken krijgen ze voor het eerst vlees, maar ze worden nog gezoogd tot ze een maand of zes oud zijn. Na een jaar zijn ze onafhankelijk. Mannelijke jongen worden dan verjaagd, vrouwelijke jongen worden door de moeder getolereerd. Een serval is geslachtsrijp als hij twee jaar oud is.
De serval wordt meestal dertien tot twintig jaar oud.
(bron: wikipedia)